Website van $boomnaam$
Neeltje Cornelis
Neeltje Cornelis ,
geb. in 1650,
ovl. op 03-01-1702 te Huijsen; Lidmaten 1698,
begr. op 03-01-1702 te Huijsen; DTB-12- Impost: f 6,-,
, -
ORA-3669A124; 13-04-1668: Huw.v.w.
ORA-184-3172; 04-01-1680
ONA-3690A43;05-07-1680
.

tr. (1) op 13-04-1668 te Huijsen; Huw.v.w. 13-04-1668
met

Jan Jansz Jonge, zn. van Jan Dircksz en N1 ,
geb. in 1650 te Huijsen; Koptienden Eerste:1675-63,
ovl. in 1680 te Huijsen; Koptienden Laatste:1680-56,
, -
JAN JANSZ JONGE
Huizen Koptienden (1675-63 1680-56):
1675-63: v. VADER Jan Dircksz 6 cop 3/4
1676-63: v. Ghijsbert Elbertsz Dult 2 cop
- Situatie: 1 Spt 3/4
1677-56: v. Cornelis Lambertsz 3 cop
- Situatie: 1 Spt 3 cop 3/4
1680-56: op Gerrit Crijnen (Koetsier) 1 Spt 3 cop 3/4
-
ONA-3669A124; 13-04-1668: Huwelijkse voorwaarden tussen Jan Jansz Jonge en Neeltje Cornelis geassisteert door haar voogden Claes Jan Aertsz en Gerrit Jansz poel (zie ook 3690A43); Huijsen
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 01-01-1680: Jan Jansz Jonge, zijn weduwe Neeltje Cornelis deed belijdenis
-
ORA-184-3172; 04-01-1680: Neeltge Cornelis Weduwe van Jan Jansz Jonge Eijsscher Contra De Weduwe van Jacob Jansz Jongerden gedaagde
Cnaep voor de Eijsscher concludeert tot betaling van de somme van f 55 gl: over coop van een Coe ende nogh de somme van f 15 gl: over Coop van hoij maeckende te samen de somme van 70 gl: volgens Coop cedulle van dato den 30e november 1678 Cum
expensis
-
ONA-3690A043;05-07-1680: (zie ook ONA-3669A124); Huwelijkse voorwaarde Gerrit Crijne Coetsier weduwnaar van Gertruijt fredics toekoemende bruidegom van de bruijd Neeltje Cornelis weduwe van Jan Jansz de Jonge
.

Uit dit huwelijk:

 naamgeb.plaatsovl.plaatsoudrelatiekinderen
Jan*1670 Huijzen; Koptienden Eerste: 1698-55 †1727 Huijsen;DTB-20; Koptienden Laatste: 1734-32 57
Cornelis*1676 Huijsen    

tr. (2) op 14-07-1680 te Huijsen
met

Gerrit Crijnen Coetsier,
geb. in 1641 te Huijsen; Koptienden Eerste: 1680-63,
Bierbeschoijer,
ovl. op 02-01-1721 te Huijsen; DTB-20; Koptienden Laatste: 1712-24,
begr. op 02-01-1721 te Huijsen; DTB-12-Impost: f 6,0; > 80 jaar oud,
, -
GERRIT CRIJNEN COES / COESSIER
Huizen Koptienden (1680-63 1705-36):
1680-63: v. Jan Jansz Jonge 1 Spt 3 cop 3/4
1683-58: v. Jacob Jansz Jongert 1 Spt 3/4
- Situatie: 2 Spt 4 cop 1/2
1685-58: v. Gijsbert Elbertsz Prins 3 cop
- Situatie: 2 Spt 7 cop 1/2
1687-58: op Dirck Jansz Speelman 3 cop 1/2
- Situatie: 2 Spt 4 cop
1689-58: v. Cornelis Jacobsz Schram 2 cop 1/4
- Situatie: 2 Spt 6 cop 1/4
1691-49: + COES
1692-49: + COESIER
1693-49: op Dirck Lambertsz Coeckjen 5 cop
- Situatie: 2 Spt 1 cop 1/4
1695-49: + COESSIER
- Situatie: 2 Spt 1 cop 3/4
1699-36: op Willem Cornelisz Corn: Rebel 5 cop
- Situatie: 1 Spt 4 cop 3/4
1706-36: op Jacob Tijmonsz Jacobsz 4 cop 3/4
- Situatie: 1 Spt
1712-24: op Jacob Hendricksz Snijder 1 Spt
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1675: Ondereijnde van Huijsen; alleen Gerrit Crijnen Coetsier
-
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister: 01-07-1675: Gerrit Crijnen Koetsier en zijn huisvrouw Geertruijt Fredericksz met attestatie van Amsterdam; zij is overleden 09-12-1679
-
ORA-184-3190A112; 26-03-1676: Gerrit Crijns Coetsier en Gerrit Jansz Backer, schepenen uit Huijsen, Jan Lambertsz Smits transporteert aan Tijmen Rutten Doorn provisioneel schout een stuk bouwland groot 1/ schepel en 2 kop gelegen aan de nenge
dijk naast Rijck heijn ten Noorden en Cornelis Jacobsz ten suijden tegen 148 gulden/schepel, bedragende 232 gulden, 3 stuijvers en 8 pen ningen
-
ORA-184-3228A005; 16-12-1677: Gerrit Crijnen Coetsier maghtighde D:E: Lourens Cnaep
-
ONA-3688A006; 09-01-1678: Tijmen Rutten Doorn (47), out-buijrmeester tot huijsen, Gerrit Rutte Doorn (44), verklaren op verzoek van Gerrit Crijns Coetsier .. in de bierstal van hun overleden vader Rut Gerritsz Doorn, hun broer Lambert Rutten
Doorn; getuigen Jan Pietersz Boor en Pieter Visser
-
ORA-184-3172; 18-01-1680: Gerritgen Gijsen weduwe van Rut Jansz Velsen zedert eenige tijdt en tot nogh toe onbequaem, werden tot voogden over haar gesteld Gerrit Crijnen Coetsier en Elbert Jansz Deult
-
ONA-3690A49; 12-07-1680; Gerritt Crijnen Coetsier jegenwoordich Bruijdegom met Neeltje Cornelis Wed. van Jan Jansz de Jonge tot Huijsen en mede als last en voll macht hebbende so sij verclaerden ban deselve Neeltje Cornelis, ter eenre ende
Elbert Jansz Deult ende Harmen Jansz voochden over Jan Jansz de Jong nagelaten onmondig kindt van de voornoemde Neeltje Cornelis geprocreeert ban de voornoemde Jan Jansz de Jong haer overleden man, ter andere sijde, ende verclaerden enz.volgt
afspraak over het nagelaten vaderlijk tegoed aan het kind
-
Naarden-OAH-214-Quohier zout en zeep; 09-05-1680; Gerrit Coetsier; Capit. 1/4; bierbeschoijer; Zout: vat 1/8; m: 1, v: 1, kb: 3: Personen: 5
-
ONA-3690A043; 05-07-1680: ;(zie ook 3669A124); Huwelijkse voorwaarde Gerrit Crijne Coetsier weduwnaar van Gertruijt fredics toekoemende bruidegom van de bruijd Neeltje Cornelis weduwe van Jan Jansz de Jonge
-
Huizen-DTB-3A-Trouwen; 14-07-1680: Gerrit Crijnen Coutsier Wewenaer v. Geertruijt Vrericks, met Neeltien Cornelis, Weduwe van Jan Jansen de Jonge van Huijsen
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1684: Ondereijnde van Huijsen; Gerrit Crijnen Koutzier en Neeltje Cornelis
-
ORA-184-3227; 31-05-1685: de te Huijsen overleden Jan Pietersz Schram heeft nagelaten het onmondige kind Pieter Jansz Schram geprocreeerd bij zijn huisvrouw Geertruijt termolen, zijn tot voogden gestelt Gerrit Coetsier en Jacob Sijbrantsz voor
het beheer van de nagelaten goederen en stukken land
-
ORA-184-3173; 31-05-1685: Jan Pietersz Schram deser werelt overleden sijnde tot Huijsen nagelaeten heeft een onmondige soon genaemt Pieter Jansz Schram geprocureert bij sijne huijsvrouw Geertruijt ter Molen, voor welke soon tot vooghden gestelt
sijn Gerrit Koetsier en Jacob Sijbrantsz Man, zijn als om Akte van Bewijs overeen gekomen: 5 spint bouwlant gelegen aen de Zeewech naest Jaep Boutsz ten Noorden enz
-
ONA-3712A055; 30-11-1690: Testament Evert Gijsbertsz en Grietien Jans echteluijden wonende tot Huijsen; getuigen Gerrit Krijnen Koetsier en Willem Willemsz Snell
-
Huizen-DTB-18-1691: Ondereijnde van het Dorp; Gerrit Crijnen Ketsie, ouderling indertijd; zijn huisvrouw Neeltje Cornelis
-
ONA-3713A006; 26-04-1691: Huwelijkse voorwaarden tussen Claes Jansz Swart geassisteert met Gerrit Krijnen Koetsier en Gerrit Jansz Backer beijde out-buijrmr des dorps Huijsen desselfs vooghden ter eenre en Lambertien Hendricks geassisteert met
Hendrick Willemsz haer vader ter ander sijde; ingebracht veel land
-
ORA-184-3175; 02-01-1697: Akte 1 Extraordinaer vergadering t.b.v. de crediteuren van de boedel van Jan Cornelisz in leven woonachtig in Huijsen:
- Gerrit Coetsier f 6:16 voor geleverd bier op de begrafenis
-
Huizen-DTB-18-Lidmaten-1698: Ondereijnde van het Dorp; zijn huisvrouw Neeltje Cornelis overleden 03-01-1702
-
ORA-184-3196A089; 03-03-1702: Gerrit Coetsier verclaarde vercoght te hebben aan Johannes Dircksz Uttenhoven seecker huijs en erve en 't reght van bierstal dat 't selve huijs is hebbende gelegen alhier naest 't huijs van Jacob Cornelis Goossensz
ten suijden en de Weduwe Pieter Pietersz van Hoorn ten Noorden ad f 820
-
ORA-184-3196A093; 03-03-1702: Gerrit Coetsier en Wijchert Willemsz als curateurs over de boedel van Willem Tijmensz verkochten aan Rut Jansz Perck 1/ schepel land gelegen in Tames voor f 1-
-
ORA-184-3196A103; 09-06-1702: Gerrit Krijnen Coetsier verclaarde vercoght te hebben aan Jacob Harmensz seecker huijs en erve gelegen binnen desen Dorpe belent Reijer Goossen ten oosten voor f 140
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 14-12-1708: Compareerden voor d gereghte tot Blaricum, Gijsbert Hendricksz weduwenaer van Fuijsje Jans ter eenre & Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer als vooghden over de vier (4) kinderen ;
betreft akte van bewijs van moeders nagelaten goederen. Een en ander wordt nog belast door: obligatie van Gerrit Crijnen Coetsier. Nogh f 50:- die het weeskint van Jacob Coppen verweckt bij Aeltje Roelen per obligatie te eijsschen heeft, en
eijndelijck nogh f 62:- dchildigh aen Dirck Elbertsz
-
Huizen-DTB-19-Lidmaten-1708: Onder Eijnde; Gerrit Crijnen Kouts, weduwnaar
-
ORA-184-3177; 19-09-1721: Aangesteld: Jacob Tijmensz als administrateur over nagelaten boedel van Gerrit Crijnen Koetsier
-
ORA-184-3218A091; 23-06-1733: Hendrik Gerritsz Louwen (62) wonende alhier verklaardeter requisitie van Hendrik van Weerland schout, dat ten tijde dat Gerrit Crijnen Coetsier nog in Leven bevonden en eijgenaar was van het huijs en erve van de
requirant staande binnen dit Dorp, alwaar met haar huijs en erve ten suijden van het voorgemelde gelegen is Gerritje Cornelis nu weduwe van Jan Jansz Jonge, ook ten tijd wanneer Arnoldus Spil eijgenaar en bewoonder was van het gesegde huijs van
de requirant, dat er aan de suijdmuur van het huijs van de requirant altijd een hoenderloop gemaakt van latten was. Op 19-03-1733 door Gerrit Jacobsz Snijder in weerwil van de requirant is afgebroken en weggeslagen.
.. in persoon heeft bevonden Jan Jansz Jonge, waarvan de dogter getrouwt is met de voorsz. Gerrit Jacobsz Snijder, en welke Jan Jansz Jonge doenmaals eijgenaar was van het huijs (nu behorende desselfs weduwe) staande ten suijden van het huijs
van de requirant.
Mede compareerden Tijmen van Duijne meester Timmerman en Jan Melsz Boor meester Timmerman
,
relatie (1)
met Geertruijt Frerix ( Fredericks) ,
DTB-5A-Lidmatenregister; 01-07-1675:Attestatie van Amsterdam,
ovl. op 09-12-1679 te Huijsen; Lidmaten 1675,
begr. op 09-12-1679 te Huijsen; DTB-5A-Lidmatenregister,
, -
Huizen-DTB-5A-Lidmatenregister; 01-07-1675: Attestatie van Amsterdam: Geertruijt Frerix huijsvrou voor (overl de 09-12-1679) Gerrit Krijn Koutzier, uijt Amsterdam